Corné Ansems, De Ruurhoeve, over kalveren bij de koe

Melkveehouder Corné Ansems (55-60 koeien, 8300 liter/koe/jaar) houdt al 16 jaar kalfjes bij de koe. Zijn bedrijf is ‘gangbaar’, maar is eigenlijk alles behalve gangbaar. Hij heeft een ligboxstal, een melkrobot en speent de kalveren bij 3 maanden. Van de 60 ha land die Kaasboerderij De Ruurhoeve in gebruik heeft, is 20 ha kruidenrijk gras, 4 ha notenbomen en 1,3 ha voedselbos. 

“In 2017 hebben ik samen met mijn zus Erica het bedrijf over genomen van onze ouders en mijn jongste zus heeft in een vershof de groente en kaas speciaalzaak. Op de boerderij hebben we een winkel en een proeflokaal met horeca. We ontvangen jaarlijks 20.000 gasten en doen dat steeds vaker met een workshop kaas maken. We verkazen al onze melk en zetten dat zelf af via in diverse kanalen. We dragen het keurmerk SPN voor Erkend Streek Produkt Nederland en Dutch Cuisine op onze producten. We zijn voor ons bedrijf zoekende met welk keurmerk we het meest onderscheidend kunnen zijn maar wel in balans met mens, dier en milieu en economie. We kunnen ons op veel punten vinden binnen bio maar we zijn zoekende naar iets nieuws. We willen de lat nog hoger leggen en zien dit misschien wel in Beter Leven Keurmerk 3 sterren.”

Zo is Corné ook al een aantal jaren aan het experimenteren met een combinatie van vee en agroforestry. “Vorig jaar voor het eerst 7 hectare beheerd van Brabants Landschap waar we jong vee hebben uit gezet. We hopen dit uit te breiden voor de stierkalfjes die we sinds 3 maanden ook zelf zijn aan gaan houden. Recent zijn we gestopt met het onthoornen van onze dieren. Bij ons kunnen de koeien ook zelf kiezen of ze de wei in gaan, zolang als het land het toelaat. Meestal vanaf april en dit jaar zelfs tot december. Ook ‘s nachts 24 uur/dag.” 

 

Kalf bij koe

“In 2006 zijn we begonnen met kalf bij de koe te houden, getriggered op de Biovak en Wakker Dier: een wensenlijst online 14 dagen kalf bij koe en toen begonnen. Bovendien kregen we veel gasten op het bedrijf en er werd vaak gevraagd naar de kalfjes. De maatschappij vroeg er kennelijk naar, dus ik ging me inlezen en aan de slag: learning by doing. Op de website van Wakker Dier stond destijds 14 dagen en zo begon ik. Maar daar ben ik snel vanaf gestapt en in stappen steeds langer opgebouwd tot 3 maanden. In 2007 heb ik in de stal meer ruimte gemaakt voor kalf en koe. Ik vroeg ook raad bij Cynthia van het Louis Bolk instituut en zij raadde 3 maanden aan. Soms zijn ze zelfs langer bij de koe als dat zo uitkomt zodat meerdere kalfjes gelijk gespeend kunnen worden. “

“Ik maak geen gebruik van pleegmoeders, het voelt voor mij beter dat de moeder bij haar eigen kalf blijft. Soms is er een moeder die het kalf niet laat zogen. Dan geven we dat kalf 1 week melk uit de emmer met speen in het zelfde hok en dan gaan ze meestal wel drinken bij een andere moeder die dat accepteert.”

“Er zijn wel boerderijen die een hoge kostprijs voor de melk hebben en kiezen daarom voor pleegmoeders en houden dan 2 of 4 kalveren in een aparte ruimte waar door de kalfjes wat beperkt worden in de liters die ze kunnen drinken. Dit is voor de kalveren vast beter dan flesvoeding en een lagere kost prijs voor de boer, maar ik pleit gevoelsmatig voor eigen moeders.”

 

 Spenen

Ik speen na 3 maanden, dat werkt het beste en werd mij aangeraden door Louis Bolk en wetenschap. Daar neem ik zeker de tijd voor, gemiddeld twee weken afhankelijk van het gedrag van de koe. Ik scheid de dieren met een hek, maar de eerste week kan het kalf nog door het hek drinken. De moeder moet dan wel leren om langs het hek te staan, en niet met de kop naar het kalf. Ik wil hier nog een gang voor maken, voor de moeders die het niet snappen. Na een week zet ik er nog een hek tegenaan, waardoor drinken niet meer mogelijk is maar ze elkaar nog wel kunnen zien, horen en ruiken. Meestal is twee weken voldoende en daarna gaat het kalf naar de jongveestal met leeftijdsgenoten.

Let wel op dat je niet te veel kalveren in het speenhok hebt, want het zwakste kalf kan anders worden verdrongen bij het drinken. Of je moet regelen dat alle moeders op dezelfde tijdstippen komen voor het zogen. In het hok krijgen de kalveren brok, stro en water.

Na het spenen

De koeien kiezen er zelf voor wanneer ze gemolken willen worden. Dat geldt voor alle koeien dus ook de koeien die een kalf hebben. De kalveren gaan niet mee naar de robot, maar de koe kan zelf kiezen wanneer ze naar het kalf of naar de robot gaat.

Mijn inschatting is dat het kalf gemiddeld 12-15 liter drinkt per dag. Alles loopt zo eigenlijk soepel, behalve dat Lely nog niet de juiste instellingen heeft voor mijn systeem. Een kalf drinkt steeds 1 speen leeg, maar de robot wil 4 spenen. De robot zegt daarom vaak ‘geen succesvolle melkgift’ en melkt niet alle 4 spenen goed leeg. Daar moet je dus goed op letten, want dat kan leiden tot uierontstekingen. Ik ben nu met Lely in overleg om hier instellingen voor te krijgen, bijvoorbeeld dat alle de robot automatisch alle koeien met kalf automatisch alle spenen langer melkt. Dit gebeurt gaat ook bij waterbuffels die melk langzamer afgeven.

Een ander punt om op te letten is de krachtvoergift aan de moeder. Deze is gekoppeld aan de melkgift, maar koeien die zogen hebben wat extra nodig.

 

Wat zijn de voordelen, naast dierenwelzijn? 

Hoe start je? 

“Praat met boeren die ervaring hebben en onderzoekers die met het thema ‘kalf bij koe’ bezig zijn. En begin gelijk met 3 maanden, maar wellicht maar met 2-3 kalfjes (praktische keuze vanwege de ruimte). ” Daarnaast heeft een boer, volgens Corné, volgende nodig: 

  • Intrinsieke motivatie. Ook je partners/omgeving moeten het leuk vinden. Daarnaast moet de gezondheid van je veestapel op orde zijn.
  • Weidegang is niet per se nodig, maar je hebt wel veel oppervlakte nodig. Dus minder dieren in de stal. Je hebt wel aparte ruimtes nodig. “

Worden ze wild?

“Als je de dieren geen aandacht geeft heb je veel kans dat ze verwilderen. De mensen van onze zorgboerderij hebben heel veel contact met de kalveren. Zij geven ook melk als er twijfel is of het kalf wel genoeg heeft gehad. Ook is het belangrijk dat de boer veel contact heeft. Ook met de koeien in natuurgebied bezoeken we 1 x in de week met koek om contact te houden. Er zijn altijd moeders die heel beschermend zijn (en moeders die niks om kalf geven). Het is belangrijk om veel contact houden met de koeien en kudde.

“Het moeder instinct is groter bij koeien die hun kalfje verzorgen. Ik sta nooit meer met m’n rug naar de koe toe die een kalf heeft. Het blijft levend vee sommige moeders zijn ook naar andere koeien of kalveren heel beschermend. Het is erg belangrijk dat je tijd neemt voor het spenen.

In het verleden hebben we ook dingen geprobeerd die niet succesvol waren, zoals:

  • Neusflappen voor de kalveren, werkte niet op ons bedrijf, de meeste kalveren kantelde het hoofd en dronken er om heen.

  • Schapengaas als omheining. We gebruiken nu 3 gladde draden. Bij Schapengaas bleven ze soms met de gele flappen achter de verticale draad hangen.”

Verkoop van kalf bij koe zuivelproducten

“Om de kalveren bij de koe te laten kost niet meer tijd dan de gangbare manier, maar het is wel kostprijsverhogend. Helemaal als we in de toekomst aan de Beter Leven 3 sterren met kalf bij de koe willen voldoen. We verkopen onze producten nu deels in ons verhaal van de ambachtelijke Ruurhoeve kaas en hebben daar een goede prijs voor als streekproduct.

De kosten van ‘kalf bij de koe’ houden zijn nog nooit doorberekend in onze kaas en vlees wat we verkopen.”

Corné hoopt over 1 a 2 jaar kalf bij de koe als nieuw merk in de markt te zetten als kaas/zuivel en vlees. “Ik denk dat de boeren die kalf bij de koe houden op dit moment niet echt met de kostprijs bezig zijn maar vooral zoekend zijn wat praktisch werkbaar is.”We verzuivelen alles in eigen kaas onder 3 merken: https://cholfitty.com, Latrappe bierkaas en Ruurhoeve kaas en zetten dat af via lokale boerderijwinkels en horeca via Brabants Streekgoed, de Sligro bitfood en de eigen boerderijwinkels.”

Daarnaast wordt volgens Corné de beleving ook steeds belangrijker. “We werken aan steeds meer leuke dingen om burgers naar onze boerderij te krijgen. Om zelf te oogsten in de agroforestry / voedselbos, kookworkshops en workshops kaasmaken.”